– Reisverzekering
– Busvervoer
– Begeleidende gids tijdens de reis

De haven van Cartagena, aan de Costa Calida, is sinds de tijd van de Carthagers gewaardeerd geweest. Vanwege de strategische ligging aan de kust van Murcia is de stad door verschillende culturen bevolkt geweest die hun invloed hebben achtergelaten op het artistieke erfgoed. Een wandeling door de stad en haar musea voert ons mee in de geschiedenis van een stad die nauw verbonden is met de zee.

Carthagers en Romeinen waren al geinteresseerd in deze maritieme enclave wiens huidige naam afkomstig is  van de latijnse naam Cartago Nova. Cartagena is ook door de arabieren overheersd, totdat Fernando III de Heilige de stad terugveroverde en haar integreerde in het Koningkrijk van Kastilie. De haven heeft een belangrijke rol gespeeld in de Spaanse Successie Oorlog en de Oorlog van de Onafhankelijkheid.

De rijke erfenis van Cartagena strekt zich uit langs de oevers van de jachthaven. De Muralla del Mar (muur van de zee), gebouwd in opdracht vanKarel III (XVIIIe eeuw), bakent het oude centrum af. Richting de Middellandse Zee bevinden zich twee elementen die duidelijk een relatie met de zee hebben: het prototipe van een onderzeeboot van de carthaagse uitvinder Isaac Peral, en het Museo Nacional de Arqueología Marítima.(het Nationale Museum voor Maritieme Archeologie). Dit museum, op de dique de Navidad, bevat ook het Centro Nacional de Investigaciones Arqueológicas Submarinas (het Nationale Centrum voor Archeologisch Onderzee Onderzoek). Door middel van de vondsten kunnen we aspecten leren kennen omtrent de scheepsbouw, de handel en de zeevaart in de Oudheid.

De Punische Muur werd in 1989 ontdekt. De bouw hiervan gaat terug tot in het jaar 227 v. Chr., toen de punische stad Quart Hadast opgericht werd. Het is een vestingwerk naar hellenistisch model, gevormd door twee paralelle muren met een onderlinge afstand van 6 meter, die met elkaar verbonden zijn door andere muren. Deze constructie sluitte de punische stad af, en dit gedeelte behoort toe aan de landengte die het enige toegangspunt was.

De ingang naar de stad wordt overheerst door het Palacio Consistorial of Ayuntamiento, het gemeentehuis, een juweel van de modernistische architectuur van begin twintigste eeuw. Wandelend naar het Parque Torres (achter de Muralla del Mar) bevindt zich de oude Kathedraal. Het is de oudste tempel van Cartagena (XIIIe eeuw), wiens resten bewaard zijn gebleven op de tribunes van een Romeins Theater, ontdekt in 1987. Dit bouwwerk dateert uit de eerste eeuw voor Christus en is een van de belangrijkste romeinse theaters in Spanje, samen met dat van Merida. Veel van de stukken die in deze opgraving zijn gevonden, kunnen in het Stedelijk Archeologisch Musuem bezichtigd worden, zoals altaarstenen, reliefs en beeldhouwwerken. Goede voorbeelden van de romeinse pracht in de stad zijn de resten van het amfitheater (in de stierenvechtersarena), de archelogische zone El Molinete, de Zuilengalerij van de “Moreria Baja” en de Byzantijnse Muur die, ondanks deze naam, ook romeins is. In het Parque Torres verheft zich het kasteel “Castillo de la Concepción”. Gelegen boven op een heuvel is het een vesting geweest voor Carthagers, Romeinen, West-Goten, Arabieren en Spanjaarden.

Om de modernistische architectuur van Cartagena te leren kennen moet men een wandeling maken langs de Calle Mayor, die begint op het Plaza del Ayuntamiento. Hier treffen we de Huizen Cervantes en Llagostera, werken van de cartageense architect Victor Beltrí, wiens karakteristieke elementen uitzichtspunten, werken in ijzer en bronze reliefs van allegorische figuren zijn. Andere representatieve gebouwen van deze artistieke stroming zijn het Casino, het Gran Hotel, het Treinstation en de huizen Maestre en Dorda. Elegante, burgerlijke monumenten die ons vertellen over een economische ontwikkeling van de streek aan het eind van de XIXe en begin van de XX eeuw, gebaseerd op de mijnbouw en de industrie. De Paleizen van Aguirre en Pedreño zijn meer aristocratisch, de een met een modernistische stijl, de ander met een neoklassieke stijl.

Naast de ommuurde oude binnenstad bevindt zich het Arsenal Militar, gebouwd tijdens de regering van Karel III. In de muren bevindt zich de enige stadspoort die nog bewaard is gebleven. Men kan ook het Maritiem Museum bezoeken, gelegen op de grens van de moderne stad, en ook verbonden met de geschiedenis van Cartagena. Hier worden navigatie-instrumenten van oude schepen getoond, zeekaarten en navigatiekaarten, naast modellen van allerhande schepen. De visserswijk Santa Lucía is eveneens een bezoek waard.

De verscheidenheid in het landschap van de Region de Murcia verrijkt ook de gastronomie, waar producten uit de tuinbouw, de zee en het binnenland hand in hand gaan. In Cartagena, zonder twijfel, overheersen gezouten vis, verse vis, eenpansmaaltijden en paellas. De vele zoutpannen van de Middellandse Zee worden gebruikt om de gezouten vis voor te bereiden (vooral tonijn en verschillende makreelsoorten) en de vis “a a la sal” (vis in de oven, bedekt met een laag zout) zoals de goudbrasem. De eenpansmaaltijden van harder, zeeduivel, tandbrasem…worden begeleid door rijst, wat in dezelfde pan meegekookt wordt, en gegarneerd met alioli. Het vijgenbrood is een specialiteit van de streek en de “asiatico”, eigendom van Cartagena “verblijdt” de koffie met gecondenseerde melk, cognac en kaneel.